vrijdag 2 mei 2014
Juliette
Het was vrij duidelijk te merken dat Ronan een stuk vrolijker deed dan hij zich voelde, maar dat was ook wel logisch, hij kende me nauwelijks. Ik wilde niet één van die vervelende mensen zijn die medelevend keek en hem niet serieus nam, dus speelde ik maar mee en spatte ook water in zijn gezicht. Het enige wat ik voor vandaag eigenlijk over Ronan wist was dat hij niet naar huis ging in de winter. Dat was voor de kinderen van Hermes vrij ongebruikelijk, dus hadden veel van mijn broers en zussen er regelmatig over. Verder had ik nooit eerder echt met Ronan gepraat, maar het beviel me eigenlijk verrassend goed. En als ik had geweten dat de kinderen van Hermes het voor elkaar kregen Snickers naar binnen te smokkelen, had ik al véél eerder een Hermes-kampeerder bevriend. Ronan zag dat ik afgeleid was en spatte meer water in mijn gezicht. Het water droop al in mijn haren en op mijn jurkje. Ronan keek me uitdagend aan. Dit was oorlog. Ik stak mijn hand in de emmer en haalde er een doorweekte spons uit. Ronan zag wat ik van plan was en wilde wegrennen, maar ik greep de hals van zijn shirt en kneep de spons boven zijn hoofd uit. Het water was inmiddels koud, en Ronan gaf een meisjesachtig gilletje. Ik had inmiddels de slappe lach, en Ronan liep dreigend richting de emmer voor wraak. Zijn kletsnatte Camp Halfblood-T-shirt kleefde aan zijn borst. Voordat hij de emmer bereikte maakte ik de spons opnieuw nat en hield hem dreigend in de lucht. "Ik heb een spons, en ik ben niet bang hem te gebruiken!" riep ik terwijl ik achteruit deinsde. "Oh ja?" zei Ronan. Hij boog voorover en pakte de hele emmer vol sopwater. "Dat durf je niet." zei ik moedig. "Dit is de tempel van Hera!" Ik ging iets dichter bij de deur staan zodat hij de tempel zelf niet kon missen als hij het water naar me toe zou gooien. Ronan haalde zijn schouders op. "We zijn nu toch aan het schoonmaken." Ik liep nog verder achteruit tot ik tegen een zuil aanstond. "Ja maar een hele emmer vies water... Dat zal ze niet leuk vinden." Ronan leek niet onder de indruk. "We ruimen het wel weer op." "Eeuwig ongeluk in de liefde! Ze is de godin van het huwelijk!" probeerde ik nog. Ronan's mondhoeken kropen omhoog. "Voor jou neem ik graag het risico." Ik wilde nog wegduiken achter de zuil, maar ik was te laat. De inhoud van de emmer kwam als een vloedgolf over me heen. Ik kneep mijn ogen dicht tegen het schoonmaakmiddel en hoorde Ronan gieren van het lachen. Zelf moest ik ook weer lachen, maar mijn wraak zou ik krijgen. In een snelle beweging gooide ik de nu nog nattere spons die ik nog steeds vasthad naar Ronan toe. Het projectiel trof doel, precies in Ronan's kruis, zodat er een wel heel verdachte natte plek in de stof van zijn broek achterbleef. Triomfantelijk keek ik hem aan terwijl ik mijn haar uitwrong. Ronan keek geschokt. "Oh! Jij bent kwaadaardig." Ik haalde mijn schouders op. "Ik had je gewaarschuwd." Ik liep naar hem toe en trok de emmer uit zijn handen. "Ik vul deze wel even opnieuw, dan heb jij in de tussentijd de kans om een andere broek aan te trekken. Of niet." Ik liep langs hem heen naar het schoonmaakhok en maakte er een punt van om in het voorbijgaan mijn nog natte paardenstaart in zijn gezicht te zwiepen. Dat zou hem leren. Ik was nog genadig geweest. De volgende keer zou hij de rest van de dag in rijm moeten praten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten