maandag 3 maart 2014

Doran

Het parkeerterrein bij het wegrestaurant was uitgestorven, dus ik had absoluut niet verwacht dat het zo idioot druk zou zijn. Ik wist niet waarom, maar ik bleef me maar zorgen maken om Erin. Nerveus vroeg ik me af of een station wagon met centrale vergrendeling haar echt kon beschermen tegen leeuwen en chimera's. Het leek wel een eeuwigheid te duren tot mijn eten klaar was, en het wachten maakte me onrustig. "327." riep een verveelde stem door de ruimte. Ik schrok op uit mijn overpeinzingen en keek naar het verkreukelde stukje papier in mijn hand. "Ja!" flapte ik eruit, en achter de kassa keek een mollige mevrouw me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ze hield een wit nondescript plastic tasje omhoog. "Zozo, jij hebt honger." grinnikte ze. "Ehm... Ja." zei ik ietwat gegeneerd. "Nou, smakelijk dan hè, knul. Een jongen in de groei zoals jij moet goed eten." Ze gaf me een vette knipoog toen ik het tasje aanpakte. "Ja. Dankje." mompelde ik wat ongemakkelijk terwijl ik al half struikelend het restaurant uit liep. Zodra ik buiten stond zag ik tot mijn opluchting dat de auto er nog precies zo stond als ik hem had achtergelaten. Ietwat gerustgesteld begon ik richting de auto te lopen. Ik was halverwege toen ik Erin hoorde gillen. Even stond ik als aan de grond genageld. Waar kwam dat geluid vandaan? Was het echt Erin, of verbeelde ik het me. Ik zette aarzelend nog een paar stappen in de richting van de auto toen ik Randy's hand tegen het beslagen raam aan zag. Het raam waardoor Erin me een klein kwartier geleden nog had nagekeken. Een koude rilling liep over mijn rug en de zak met Thaise take-out viel ritselend op de grond. "Erin!" Half struikelend over mijn eigen benen rende ik om de auto heen. Ondertussen graaide ik in mijn broekzak naar mijn autosleutel. Met een piepje gingen de deuren van het slot. De lichten knipperden even, als een alarm. Ik rukte het portier open en een golf van misselijkheid spoelde over me heen. Randy zat over Erin heen gebogen en zoende haar in haar hals. Zijn vingers trokken ongeduldig aan de dunne koordjes die mijn veel te grote joggingbroek op Erin's heupen hielden. Haar bloesje lag verkreukeld om haar schouders heen en ze had haar ogen stijf dichtgeknepen. Ze protesteerde zwakjes, maar Randy leek haar niet te horen. Een withete waas van woede gleed over mijn gezichtsveld. Mijn vingers sloten zich om de boord van Randy's T-shirt en trokken hem achteruit. Randy kletterde onhandig achterover en de klap leek hem iets op te nuchteren. Even keek hij verwilderd om zich heen, toen keek hij verwilderd naar mij. "Dude! What the fuck Doran?!" riep hij verward. Hij krabbelde overeind en probeerde weer in de auto te klimmen, maar ik was hem voor en duwde hem bij de auto vandaan. Randy wankelde achteruit, maar wist zichzelf met moeite staande te houden. Ik zag hem over mijn schouder naar Erin kijken en voordat ik het doorhad landde mijn vuist in zijn gezicht. Een scherpe pijn trok door mijn vuist en Randy verloor zijn evenwicht. Hij viel achterover en keek me vol ongeloof aan. Een straaltje bloed liep van zijn neus over zijn lippen. Dezelfde lippen die Erin hadden aangeraakt. Ik voelde mijn woede terugkomen en stortte me bovenop hem. Mijn vuisten vonden zijn gezicht opnieuw, maar Randy had inmiddels door wat er gebeurde en beschermde zijn gezicht met zijn walgelijke, smerige handen. "Doe eens normaal man!" kreunde hij. "Waar de fuck heb jij ineens last van?" Een seconde lang was staarde ik hem vol ongeloof aan. Te lang. Randy's elleboog kwam met een klap tegen mijn kaak aan en ik voelde me duizelig worden. Toen de wereld weer scherp was stond Randy overeind. Ik krabbelde ook overeind en wilde hem weer aanvliegen, maar Randy hield defensief zijn handen vooruit. "Oké, rustig maar, het spijt me, oké? Ik wist niet dat je zo op die crackhoer gesteld was!" Op dat moment verloor ik alles wat er nog restte van mijn zelfbeheersing en greep ik Randy bij zijn middel. Samen vielen we op de grond en ik sloeg hem overal waar mijn vuisten hem konden raken. Iedere steek van pijn in mijn vuisten was een schrale troost. Dit keer echter vocht Randy terug. En dronken als hij was, sterk was hij wel. Ik was me vaag bewust van een doffe pijn in mijn schouder, en hier en daar voelde ik vegen warm bloed op mijn gezicht. Of het van mij of van Randy was, wist ik niet, maar dat kon me ook niet schelen. Opeens voelde ik Randy's knie in mijn maag en werd de lucht uit mijn longen geperst. Ik knapte dubbel en even werd alles zwart voor mijn ogen. Moeizaam rolde ik van Randy af en probeerde op adem te komen. Randy was er niet veel beter aan toe. Zijn kin zat onder het bloed en zijn linkeroog was gezwollen. Met moeite wist ik half overeind te komen. Randy keek me schuchter aan. "Flikker op." mompelde ik ademloos. Randy keek me niet-begrijpend aan. "Wat bedoel je?" Ik beet op mijn lip en probeerde mijn ademhaling te kalmeren. "Ik bedoel dat ik je niet meer wil zien. Donder op." Randy staarde me ongelovig aan. "Maar, D-man, je bent mijn vervoer." "HEB JE ME VERDOMME NIET GEHOORD?!" schreeuwde ik woedend. "Ik wil dat je weggaat!" "Maar we zijn in fucking Georgia! Waar moet ik in Godsnaam heen?" "Dat kan me echt geen fuck schelen, maar als ik je nog één keer in de buurt van Erin zie, dan zweer ik je..." "Ik heb helemaal geen geld?" riep Randy verontwaardigd. "Waar de fuck moet ik slapen? Wat de fuck moet ik eten? Ik kan wel fucking doodgaan, wil je dat op je geweten hebben?" Ik haalde diep adem. "Randy, als je nu weggaat, schat ik je overlevingskansen hoger in dan als je hier blijft." zei ik, ineens verbazingwekkend kalm. "Ik meen het, je wilt hier nu niet zijn." Randy duwde zich vloekend overeind, maar leek nog niet overtuigd. "Doran, jij bent de meest vredelievende dude die ik ken. Je zou me echt geen kwaad doen." "In de afgelopen achtenveertig uur ben ik aangevallen door een vuurspuwende chihuahua, heb ik mijn beste vriend verloren, en heb jij met je walgelijke poten..." Ik kon de zin niet eens afmaken. "Weet je zeker dat je mijn eindeloze geduld nu op de proef wilt stellen?" Randy leek even te twijfelen, maar draaide zich toen om en begon, luidkeels vloekend, in de richting van de weg te lopen.
Terwijl ik hem nakeek voelde ik mijn woede langzaam wegebben. Ik haalde nog één keer diep adem en liep toen met tegenzin terug naar de auto. Randy pijn doen luchtte op, maar het veranderde niks aan de waarheid. Dit was mijn verantwoordelijkheid. Erin zat nog steeds op de achterbank, haar knieën opgetrokken, en mijn bloesje krampachtig om zich heen geslagen. Haar ogen stonden wijd en geschokt en tranen stroomden nog steeds vrij over haar wangen. Aarzelend ging ik zitten aan de andere kant van de bank, zover mogelijk van haar vandaan, mijn ene been nog buiten de auto. Er ging een lichte schok door Erin's lichaam heen. Ik slikte moeizaam. Even wilde ik weer opstaan en weglopen, maar ik kon Erin niet alleen laten, niet weer. Ik liet mijn hoofd in mijn handen rusten en zocht koortsachtig naar de juiste woorden. Er was niks wat ik kon zeggen om deze situatie oké te maken. "Erin," mompelde ik schor toen ik mijn stem had hervonden. "Dit is mijn schuld... Dit was mijn verantwoordelijkheid..." Erin zei niks om dit te ontkennen. Ze bleef voor zich uitstaren en wiegde heel lichtjes heen en weer. "Ik had je nooit met hem alleen moeten laten..." Mijn stem brak. "Ik had moeten weten dat hij..." Mijn ogen begonnen te prikken "Ik had moeten weten... Ik heb verdomme zelfs de deur op slot gedaan!" Warme tranen stroomden over mijn gezicht en drupten op mijn spijkerbroek. "Ik wilde je zo graag beschermen tegen de monsters die achter ons aanzaten en al die tijd... Al die tijd had ik verdomme geen idee dat het echte monster hier bij je in mijn auto zat. En ik heb je met hem opgesloten... Het is allemaal mijn schuld." Ik wierp voorzichtig een blik op Erin. Ze had haar ogen dichtgeknepen, net als toen ik haar vond, net als toen Randy...Ik veegde nijdig langs mijn oog met de rug van mijn hand. "Het spijt me zo Erin," snikte ik. "Het spijt me."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten