dinsdag 4 maart 2014

Ronan

Haar soepele vingers gleden sierlijk over de snaren van de gitaar en haar lange, bruine haar golfde over haar schouders. Het oranjeachtige licht van het kampvuur bescheen haar gezicht en lieten haar gouden ogen sprankelen en er stond een vrolijke lach op haar gezicht. Het was duidelijk te zien dat ze compleet in haar element was bij het kampvuur. "Geniet je van het uitzicht?" zei Fae, terwijl ze hard met haar elleboog tegen mijn arm aankwam. Ik keek met een lichte irritatie op en zag hoe Fae me plagerig en met een grijns aankeek. "Oh, hou toch op." zei ik, terwijl ik terugstompte. Om ons heen klonken de vrolijke klanken van onze mede kampeerders die luid meezongen met Hydra's Identiteitscrisis. Fae grijnsde nog een keer voordat ze zelf ook luidkeels, en lichtelijk vals, mee begon te zingen. Ik besloot zelf ook maar eens mijn mond open te trekken en zong hard de woorden van het overbekende refrein mee. Juliette speelde erg enthousiast en sloeg hard op de snaren van haar gitaar. Een beetje te enthousiast, en met een luide twang knapte een van de snaren. Het werd meteen stil en er ging een teleurgestelde 'oooooh' door de groep Demigods. Juliette was ondertussen opgestaan. "Het maakt niet uit, ik heb nog genoeg snaren in de cabin liggen. Ik ben zo terug!" zei ze, nog steeds enthousiast. "Dit is je kans!" siste Fae en voordat ik doorhad wat eraan het gebeuren was, had ze me een duw in mijn rug gegeven en tuimelde ik naar voren. Om mijn evenwicht te kunnen bewaren en niet ontzettend hard op de grond terecht te komen, moest ik en paar stappen naar voren doen en stond ik ineens in het midden van de kring, dichtbij het kampvuur. Ik keek achterom en schoot een pissige blik naar Fae. "Ga met haar mee dan!" siste ze, zo hard dat de andere kinderen van Hermes haar precies konden verstaan. Ik keek nijdig naar mijn broers en zussen en siste een scheldwoord naar Fae, voor ik me weer omdraaide en zag dat Juliette me vragend aankeek. "Eehm.. Ik ehm.. Ga wel... Ik wil wel... Met je mee lopen?" Stamelde ik. No way dat dit niet ontzettend raar over kwam. Juliette haalde haar schouders op. "Oké, gezellig." zei ze met haar onweerstaanbaar mooie glimlach. Tot mijn afschuw begon de hele Aphrodite cabin in koor te fluiten en "Oeeeeeeeh" te roepen. Gelukkig leek Juliette het niet door te hebben, of er tenminste geen aandacht aan te besteden. Samen liepen we richting de Apollo Cabin. Opeens was ik alle gespreksopeners vergeten die ik ooit geweten had en het was dan ook een tijdje een beetje ongemakkelijk stil. Kom op Ronan, je kunt toch wel iets verzinnen om over te praten? "Dus eehm... Waar heb je gitaar leren spelen?" gooide ik er uiteindelijk met moeite uit. "Oh, ik heb het eigenlijk mezelf aangeleerd. Het helpt natuurlijk ook mee dat ik een dochter van Apollo ben." zei Juliette met een lachje. Ik kon mezelf wel slaan. Natuurlijk. Ze is een dochter van Apollo. Die kunnen alles bespelen waar geluid uit komt zonder daar ook maar moeite voor te hoeven doen. "Oh... Schrijf je dan ook gedichten enzo?" zei ik. Ik hoopte echt dat uiteindelijk een lopend gesprek op gang zou komen. "Af en toe." antwoordde ze. Oké, op deze manier kwamen we nergens. We waren ondertussen ook al bij de cabin aangekomen. Ik wachtte netjes buiten terwijl ze naar binnen liep om de snaren te halen. Ik leunde tegen het hek om de veranda en keek naar het kampvuur dat vanaf hier nog steeds goed te zien was. Fae had wel gelijk gehad, dit was mijn kans. Er was niet vaak een mogelijkheid om alleen te zijn met Juliette en als ik echt een keer iets met haar af wilde spreken, dan was nu mijn kans om het te vragen. Ik schraapte mijn keel. "Hé Juliette, lijkt het je wat om een keer met mij marshmallows te roosteren? Nee dat klinkt echt stom." Ik zuchtte. "Yo Jules, zin om een keer te chillen bij het meer?" Ik sloeg mijn hand tegen mijn hoofd. Kon ik nou echt niet iets verzinnen wat beter zou klinken dan een Cyclops die probeerde een bosnimf mee uit te vragen? "Of zou je misschien mee willen naar-" "Zei je iets?" Ik draaide me met een ruk om en zag hoe Juliette de deur van de cabin weer dicht deed. "Niks. Helemaal niks." zei ik, terwijl ik het bloed naar mijn hoofd voelde stromen. "Oké, zullen we dan terug gaan naar het kampvuur?" zei ze. Ik knikte en besefte dat ik mijn kans had gemist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten